HET HOF VAN JUSTITIE VERKLAART DE DETACHERINGSRICHTLIJN 96/71 VAN TOEPASSING OP HET INTERNATIONAAL WEGVERVOER

In haar arrest van 1 december 2020 besliste het Europees Hof van Justitie dat de detacheringsrichtlijn 96/71/EG van toepassing is op de werknemers in het internationaal wegtransport.

De feiten en juridische vragen

De Nederlandse transportonderneming Van den Bosch had met haar twee zusterondernemingen in Duitsland en Hongarije charterovereenkomsten voor internationaal goederenvervoer gesloten. De vrachtwagenchauffeurs die deze charters uitvoerden, hadden een arbeidsovereenkomst met de Duitse of Hongaarse vennootschap. Ze begonnen en eindigden hun rit echter steeds in Erp, de Nederlandse vestigingsplaats van Van den Bosch.

Eén van de juridische vragen die aan het Hof van Justitie werd voorgelegd, was of de Detacheringsrichtlijn van toepassing is op het internationaal wegtransport. Als dat zo zou zijn zouden de meer gunstige Nederlandse minimumlonen gerespecteerd moeten worden door Van den Bosch.

Er werd ook aan het Hof gevraagd om duidelijke criteria te beschrijven om te bepalen wanneer er in het internationaal wegtransport juist sprake is van een ‘detachering op het grondgebied’ van een lidstaat.

Wat besliste het Hof van Justitie?

Het Hof van Justitie bepaalde zeer duidelijk dat de detacheringsrichtlijn van toepassing is op het internationaal wegtransport.

Om te bepalen in welke specifieke omstandigheden de detacheringsrichtlijn van toepassing zal zijn bij internationaal transport, gebruikt het Hof van Justitie het criterium van de ‘nauwe band’. Een werknemer zal zo enkel ‘gedetacheerd’ zijn op het grondgebied van een lidstaat wanneer zijn werk een voldoende nauwe band met het grondgebied van die lidstaat heeft.

Het Hof van Justitie verduidelijkte dat het enkele feit dat een chauffeur, die tijdelijk in en vanuit een lidstaat wordt gedetacheerd, daar zijn instructies ontvangt en daar zijn werk begint en eindigt op zich ontoereikend is om te stellen dat die chauffeur op het grondgebied van die andere lidstaat ‘ter beschikking is gesteld’, indien het werk dat die chauffeur verricht op basis van andere factoren geen voldoende nauwe band vertoont met dat grondgebied.

Om te oordelen of er een voldoende nauwe band bestaat, gebruikt het Hof volgende op het eerste gezicht eerder vage criteria:

  • de kenmerken van de dienstverrichting;

  • de aard van de werkzaamheden op het grondgebied van de lidstaat waar men gedetacheerd is;

  • de mate waarin de werkzaamheden verband houden met het grondgebied van de lidstaat waar men werkzaam is;

  • het aandeel van de werkzaamheden op het grondgebied van elke lidstaat in de vervoersdienst als geheel. De werkzaamheden in verband met het laden of lossen van goederen, het onderhouden of de schoonmaken van de vrachtwagens zijn relevant mits zij daadwerkelijk worden verricht door de betrokken chauffeur en niet door derden.

Wat brengt de toekomst?

Met haar arrest van 1 december 2020 sluit het Hof van Justitie zo goed als naadloos aan bij de op 1 augustus 2020 in werking getreden bepalingen van de detacheringsrichtlijn 2020/1057 als onderdeel van het Mobility Package. Het is aan de lidstaten om de richtlijn 2020/1057 om te zetten tegen uiterlijk 2 februari 2022.

Op de ministerraad van 14 januari 2022 werd een voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen betreffende de detachering van bestuurders in de wegvervoersector goedgekeurd. Dit voorontwerp wordt nu voor advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en aan de Raad van State.

In een volgende blogpost zal, met het oog op de nakende omzetting ervan in het Belgische recht, nader ingegaan worden op de richtlijn 2020/1057 als onderdeel van het Mobility Package.

Joris De Keersmaeker

***

Heeft u nog vragen over detachering of de sociaalrechtelijke aandachtspunten bij het tewerkstellen van internationale chauffeurs? Commit Advocaten helpt u graag verder.


 

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven vergissingen en/of onvolkomenheden mogelijk. De auteur en Commit Advocaten BV kunnen daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.