Vanaf 28 oktober 2023: aanpassingen bij berekening opzeggingstermijnen bij ontslag van/door hogere bedienden

In ons blogbericht van 9 mei 2023 kondigden we reeds enkele wijzigingen aan omtrent de in acht te nemen opzeggingstermijnen in geval van ontslag van/door hogere bedienden.

Die wijzigingen zouden vanaf 28 oktober 2023 uitwerking hebben. Eén van die aangekondigde wijzigingen werd, kort vóór 28 oktober 2023, opnieuw gewijzigd (en grotendeels ingetrokken).

We geven een update in ons nieuw blogbericht.

Ontslag door de hogere bediende

In geval van ontslag door een hogere bediende gold sinds 1 januari 2014 krachtens de Wet op het Eenheidsstatuut een overgangsregeling waarbij de opzeggingstermijn berekend werd op basis van twee stappen.

Die overgangsregeling wordt vanaf 28 oktober 2023 geschrapt.

Een hogere bediende die ontslag neemt, zal, net zoals andere werknemers, de opzeggingstermijn overeenkomstig artikel 37, §2 van de Arbeidsovereenkomstenwet in acht moeten nemen, ongeacht het tijdstip waarop de bediende in dienst trad. Die opzeggingstermijn bedraagt maximaal 13 weken, ook al trad de hogere bediende in dienst vóór 1 januari 2014.

Die wijziging, ingevoerd in de wet van 20 maart 2023, krijgt gewoon uitwerking (zoals aangekondigd).

Ontslag van een hogere bediende door de werkgever

Als een werkgever een hoger bediende ontslaat, moet de opzeggingstermijn berekend worden op basis van 2 stappen:

  • in de eerste stap wordt de opzeggingstermijn berekend, rekening houdend met de anciënniteit en het statuut van de werknemer op 31 december 2013,

  • in de tweede stap wordt de opzeggingstermijn berekend, rekening houdend met de anciënniteit vanaf 1 januari 2014 en met de vanaf 1 januari 2014 geldende, ‘nieuwe’ opzeggingstermijnen.

Voor hogere bedienden, was de opzeggingstermijn in de eerste stap gelijk aan 1 maand per begonnen jaar anciënniteit met een minimum van 3 maanden.

Naar aanleiding van een wetswijziging in het voorjaar, die uitwerking zou krijgen op 28 oktober 2023, werd de regel dat de opzeggingstermijn voor hogere bedienden in de eerste stap gelijk is aan 1 maand per begonnen jaar anciënniteit (met een minimum van 3 maanden)  geschrapt.

Het tweestappensysteem bleef wel nog bestaan, maar de opzeggingstermijn in stap 1 moest bepaald worden op basis van de wettelijke, reglementaire en conventionele regels die golden op 31 december 2013 bij ontslag, uitgaande van de werkgever.

 Het leek er even op dat, vanaf 28 oktober 2023, de formule Claeys aan een tweede leven zou beginnen… Dat was uiteraard niet de bedoeling van de wetgever.

Deze “vergissing” werd (op de valreep) hersteld doordat afgelopen donderdag, 26 oktober 2023, in de kamer een nieuwe wet werd gestemd. Bij een ontslag van hogere bedienden door de werkgever, is en blijft de opzeggingstermijn in de eerste stap gelijk aan 1 maand per begonnen jaar anciënniteit met een minimum van 3 maanden … tenzij op de datum van 31 december 2013 een geldige clausule inzake de opzeggingstermijn bestaat, in welk geval toepassing wordt gemaakt van die clausule.

Die laatste bijzin werd toegevoegd aan de wettekst en is dus nieuw. Als er op 31 december 2013 een geldige clausule over de opzeggingstermijn bij opzegging/ontslag van een hogere bediende door de werkgever bestond, wordt die toegepast. Hier heeft men de wet in overeenstemming gebracht met de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof.

Karel Theuns

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven vergissingen en/of onvolkomenheden mogelijk. De auteur en Commit Advocaten bv kunnen daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.