Tele(thuis)werk – terug van nooit weggeweest

Telethuiswerk is weer verplicht voor alle ondernemingen, verenigingen en diensten en voor alle personen die bij hen werken, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening.

Personen die niet kunnen telethuiswerken moeten over een attest beschikken dat de noodzaak van hun aanwezigheid op de arbeidsplaats bevestigt.

Er geldt opnieuw een aangifteplicht. Maandelijks moet per vestigingseenheid het totale aantal personen dat er werkzaam is én het aantal personen dat een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telethuiswerk, aangegeven worden. Dit moet via het elektronische registratiesysteem dat door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ter beschikking wordt gesteld op de portaalsite van de sociale zekerheid.

De aangifte voor de periode van 22 november 2021 tot en met 31 december 2021 moet uiterlijk worden ingediend op 30 november 2021.

De daaropvolgende aangiften moeten betrekking hebben op de situatie op de eerste werkdag van de maand en moeten uiterlijk worden ingediend op de zesde kalenderdag van de maand. Als het totale aantal personen werkzaam in de vestigingseenheid en het aantal personen dat daar een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telethuiswerk, niet is gewijzigd sinds de laatste aangifte, bent u niet verplicht om een nieuwe aangifte te doen.

Bepaalde ondernemingen en organisaties zijn vrijgesteld van de aangifteplicht.
Het betreft onder meer de KMO's waar minder dan vijf personen werkzaam zijn, de werkgevers van de gezondheidssector, de onderwijsinstellingen (uitgezonderd de universiteiten, privéscholen en andere opleidingsinstellingen die de lonen van al hun personeel zelf betalen) en de politiediensten.

Om het psychosociaal welzijn en de teamgeest te bevorderen, mogen ondernemingen terugkeermomenten inplannen mits akkoord van de betrokken medewerkers. De voorwaarden zijn de volgende:

  • de medewerkers moeten vooraf de nodige instructies krijgen over alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de terugkeer in alle veiligheid te laten verlopen;

  • de medewerkers moeten geïnformeerd worden dat ze in geen geval mogen terugkeren naar de arbeidsplaats als ze zich ziek voelen of ziektesymptomen vertonen of zich in een quarantainesituatie bevinden;

  • de werkgever mag hieraan, voor zijn werknemers, geen enkel gevolg verbinden;

  • de verplaatsing van en naar de arbeidsplaatsen tijdens de piekuren van het openbaar vervoer of via carpooling moet zo veel mogelijk vermeden worden;

  • de beslissing om terugkeermomenten te organiseren moet gebeuren met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, waarbij alle voorwaarden worden afgetoetst.

Deze terugkeermomenten mogen maximum één dag per week per persoon bedragen tot en met 12 december 2021, en maximum twee dagen per week per persoon vanaf 13 december 2021. Tot en met 12 december 2021 mag per dag maximum 20% van de personen voor wie telethuiswerk verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn, en vanaf 13 december 2021 mag dit maximum 40% zijn.

Voor de KMO's waar minder dan tien personen werkzaam zijn, mogen maximum vijf personen van diegenen voor wie het telethuiswerk verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn.

De verplichting om passende preventiemaatregelen te nemen om de naleving van de regels van social distancing te garanderen en een maximaal niveau van bescherming te bieden, blijft gewoon gelden. Dit geldt ook voor de verplichting om de medewerkers en derden daarover te informeren.

Het KB van 19 november 2021 vermeldt dat het telethuiswerk verricht moet worden in overeenstemming met de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden.

Op dit ogenblik bestaan er drie wettelijke vormen van tele(thuis)werk: het structureel thuiswerk, het occasioneel thuiswerk en het “telewerk omwille van de coronacrisis”. Deze vormen van telewerk worden respectievelijk geregeld door CAO nr. 85 van 9 november 2005, de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk en CAO nr. 149 van 26 januari 2021.

Deze laatste cao werd aangenomen zodat die ondernemingen die nog geen telewerkbeleid hadden maar die er zich door de coronacrisis toe genoodzaakt zagen er één te voeren, alsnog een dergelijk beleid op korte termijn konden introduceren (zie ons blogbericht van 2 februari 2021 ). 

Belangrijk om aan te stippen is dat CAO nr. 149 in principe buiten werking treedt op 31 december 2021. Het zou natuurlijk kunnen dat de geldigheidsduur verlengd wordt, maar de cao is hoe dan ook bedoeld als een tijdelijke maatregel en zal dus ooit buiten werking treden.

Belangrijker is de vaststelling dat nog altijd een heel groot deel van de ondernemingen geen telewerkbeleid heeft. Nochtans kunnen we er vrij zeker van zijn dat telewerk ook na afloop van de crisis een blijver zal zijn.

Structureel telewerk biedt immers heel wat voordelen waaronder meer flexibiliteit voor werknemer én werkgever. Maar er moet goed nagedacht worden over het telewerkbeleid zodat de goede werking van uw onderneming niet verstoord wordt. Een belangrijk aandachtspunt is de frequentie van het telewerk. Een ander element is welke vrijheid de werknemers wordt gelaten bij het inplannen van het telewerk. Goede afspraken, bv. over het al dan niet toekennen van een onkostenvergoeding, zijn ook noodzakelijk, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Hoog tijd dus om in gang te schieten zodat die afspraken op punt staan wanneer deze crisis (eindelijk) zijn einde zal kennen. Commit advocaten staat u daar graag in bij.

***

Pieter Sichien


 

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven vergissingen en/of onvolkomenheden mogelijk. De auteur en Commit Advocaten cvba kunnen daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.