arbeidsovereenkomst

Mag de rechter een concurrentiebeding matigen indien dit niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden?

Tot voor kort was het vaste rechtspraak dat bij miskenning van de geldigheidsvoorwaarden een concurrentiebeding integraal nietig – versta: ongeldig – was. Na het vonnis van de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Brugge van 23 februari 2023, dat werd bevestigd door het arbeidshof Gent, afdeling Brugge op 26 februari 2024, zou hierin wel eens verandering kunnen komen.

OPEENVOLGING VAN ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VOOR EEN BEPAALDE TIJD EN VERVANGINGSOVEREENKOMSTEN KRIJGT EEN WETTELIJKE REGELING

De opeenvolging van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd is strikt geregeld. Ook de duur en de opeenvolging van vervangingsovereenkomsten is strikt geregeld. Het doel van de regelingen is een evenwicht vinden tussen voldoende flexibiliteit voor een werkgever om het werk te organiseren en het belang van een werknemer om, na een bepaalde tijd bij dezelfde werkgever te hebben gewerkt, te genieten van een vaste betrekking in de vorm van een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Maar de combinatie van overeenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten is niet geregeld.

Het Grondwettelijk Hof besliste al op 17 juni 2021 dat deze lacune leidt tot een ongelijke behandeling die zij ongrondwettig achtte.

Een wetsontwerp tot wijziging van de Arbeidsovereenkomstenwet wil aan dit euvel verhelpen. Het ontwerp beperkt de totale duur van de opeenvolging van één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en één of meerdere vervangingsovereenkomsten tot twee jaar. Wij blikken al vooruit op de toekomstige regeling.